Eten & Drinken

Keurmerk Demeter: wat is het en is het heel anders dan biologisch?

Lange tijd heb ik gedacht dat Demeter gewoon een merknaam voor een bepaalde lijn aan biologische producten was. Zoiets als Puur Noord, Bio+ of Naturwert. Misschien wel heel dom, maar het kwartje viel pas heel laat: Demeter is het keurmerk voor biodynamische producten. Aha, zit dat zo? Maar wat is precies het verschil tussen biologisch en biologisch-dynamisch? Ik zocht het uit en zette het op een rijtje.

Demeter, keurmerk voor biodynamische landbouwbedrijven

Volgens de website van Stichting Demeter, houder van het Demeter-keurmerk voor Nederland en Vlaanderen, is Demeter het kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouwbedrijven en de al dan niet verwerkte producten.

“Alle producten met een Demeter-keurmerk voldoen in ieder geval aan de normen voor biologische landbouw, zoals die binnen de Europese wetgeving zijn vastgelegd. Boeren en verwerkers die daarnaast voldoen aan de Demeter-normen en -richtlijnen ontvangen na de controle een Demeter-certificaat en mogen het Demeter-keurmerk voeren.”

Het label ‘Demeter’ zegt dus vooral iets over de boeren en verwerkers. Het gaat over de hele bedrijfsvoering, niet alleen over een biologisch product dat bijvoorbeeld ergens op een restperceeltje van een verder niet-biologisch bedrijf wordt geteeld. En dat past precies bij de geest van biologisch-dynamische voedselproductie: zorg voor het hele bedrijf en de bedrijfsomgeving.

Normen en individueel in te vullen richtlijnen

Boeren en producten met het Demeter-keurmerk voldoen sowieso aan de richtlijnen voor het EKO-keurmerk. Maar vervolgens gaan ze nog een stapje verder. Sommige stappen moeten gewoon, omdat ze vallen onder de normen die Demeter heeft gesteld. Andere stappen zijn individuele invullingen van door Demeter gestelde richtlijnen. Zo ontstaat dus een lekker heterogene mix aan bedrijven die toch allemaal dezelfde basisvisie delen. Hoe ziet dat er dan in de praktijk uit? Nou, neem bijvoorbeeld een paar normen voor vee.

  • Een veehouderijbedrijf voorziet grotendeels (80%) in de eigen voervoorziening (geiten 70%, varkens en pluimvee 50%).
  • Kalveren krijgen de eerste 3 maanden verse, bedrijfseigen melk.
  • Pluimvee krijgt minimaal 30% van het voer in de vorm van uitgestrooide, hele granen.

Dat klinkt waanzinnig logisch, maar heeft best wel impact op je bedrijf. Die uitgestrooide, hele granen moet je dus waarschijnlijk wel zelf telen. Demeter-bedrijven zijn dus per definitie gemengd. En kalfjes drinken jouw dure product in plaats van melkpoeder, maar dat is wel veel natuurlijker.

Algemeen in te vullen richtlijnen zijn bijvoorbeeld dingen als “ondersteunen van de samenhang tussen bodem, planten, dieren, mensen en omgeving” en “werken aan een gezond economisch en sociaal klimaat via coaching en bedrijfsbezoeken”. Het bedrijf kan daar zijn eigen keuzes in maken.

Zit er veel verschil tussen biologisch en Demeter?

Als ik de normen voor het Demeter-keurmerk zo lees, dan bekruipt mij het gevoel “Ja, maar dit is wat ik eigenlijk van het EKO-keurmerk verwacht…” Zit er dan zo veel verschil tussen die twee? Best wel meer dan ik had verwacht. Bijvoorbeeld de normen die ik net heb beschreven:

  • Een veehouderijbedrijf dient voor 80% te voorzien in de eigen voerbehoefte (geiten 70%, varkens en pluimvee 50%). Biologisch geldt 60% eigen voervoorziening voor herbivoren en voor varkens en pluimvee mag 80% voer worden aangekocht.
  • Kalveren dienen minimaal de eerste 3 maanden verse, bedrijfseigen melk te krijgen. Voor (geit-)lammeren en veulens gelden 45 dagen. Biologisch mag ook melkpoeder worden verstrekt en worden geen voorwaarden rond bedrijfseigen melk gesteld.
  • Pluimvee dient minimaal 30% van het voer te krijgen in de vorm van uitgestrooide, hele granen. Biologisch is op dit punt geen norm gesteld.

In het overzicht van Demeter met de passende titel ‘Bio is mooi, Demeter gaat verder!’ (pdf) vind je nog veel meer verschillen. Sommige vind ik eerlijk gezegd best een beetje schokkend en andere laten gewoon zien dat Demeter inderdaad een stukje verder gaat. Een paar voorbeelden:

  • Op het gebied van bemesting: Bloedmeel, beendermeel en verenmeel zijn niet toegestaan. Biologisch mogen deze meststoffen wel worden gebruikt.
  • Hoefdieren: Onthoornen van vee (koeien en geiten) is niet toegestaan. Biologisch is onthoornen toegestaan met ontheffing.
  • Kippen: Per 100 leghennen dienen 3 hanen aanwezig te zijn in een toom kippen. Biologisch is er geen norm op dit punt.

En weet je, zelfs dan vind ik Demeter soms nog niet eens ver genoeg gaan. Zo zijn er geen normen (tenzij ik ze niet kan vinden) dat kalfjes de eerste tijd bij de moeder mogen blijven of dat haantjes ook gewoon mogen opgroeien. Maf hoe ver onze voedselproductie van de natuur is af komen te staan. Maar in beginsel: niets dan lof voor Demeter. Mocht je alle voorwaarden willen lezen, dan kun je het meest recente Demeter-handboek raadplegen.

Demeter roomboter

Precies weten waar jouw eten vandaan komt

Mocht je nog een extra duwtje richting Demeter nodig hebben: erg leuk is dat je aan de verpakking kunt zien waar het product precies vandaan komt. Zo komt mijn roomboter dus van de koeien van familie Rutte uit Zaandam (zou het familie zijn?). En via de website van Demeter kun je alle boeren bij jou in de buurt of die bepaalde dingen produceren achterhalen. Cool toch? De distantie die er tussen jou en je voeding zit, omdat je het alleen koopt en amper wat weet over de productie, wordt hiermee toch wel minder. Ik ben inmiddels overtuigd van de kwaliteit van Demeter-producten, zowel qua gehanteerde normen als qua smaak! Daarom let ik er extra op tijdens het boodschappen doen. Wat vind jij van Demeter?

Cecile Bol on LinkedinCecile Bol on PinterestCecile Bol on TumblrCecile Bol on TwitterCecile Bol on Wordpress
Cecile Bol
Schrijver / dichter / foodie @ Hommelgaard
Zelfstandig ondernemer met tekstbureau Studio Vuurvogel || Dichter, vooral in het Engels || Gezin met Remi, Emily, poes & wat kippen