Mijn man noemt het koppig satésaus, terwijl ik het pindasaus blijf noemen. Ik weet eigenlijk niet of er echt een verschil is. Maar we bedoelen allebei die bruine saus die zo lekker is bij patat, BBQ, rijst, en inderdaad: bij saté. Je kunt natuurlijk zo’n bakje pindasaus bij de supermarkt kopen. Maar die pindasauzen zitten vaak vol met gekke ingrediënten, zijn bijna nooit vegan en bijna altijd veel te zout. Zelf pindasaus maken is zo veel lekkerder en echt niet moeilijk. Wie graag Aziatisch kookt heeft de ingrediënten voor pindasaus waarschijnlijk gewoon altijd in huis. En je kunt je pindasaus naar hartenlust aanpassen naar je eigen smaak. En zelfs helemaal biologisch, als je dat wilt. Lekker!

Wat je nodig hebt voor een pannetje vegan satésaus

Mijn basisrecept voor vegan pindasaus is als volgt. Je krijgt hiermee een flinke pan. Ik zou zeggen: voldoende pindasaus voor een heel gezin. Gewoon een keertje proberen en dan weet je zelf wel of je de volgende keer het recept voor de pindasaus moet verdubbelen of juist halveren, hahaha.

• 6 centimeter verse gember (schil er gewoon aan)
• 2 tenen knoflook
• 3 eetlepels (45 ml) appelciderazijn
• 4 eetlepels (60 ml) kokosmelk
• 7 eetlepels (105 ml) pindakaas (puur pinda)
• 3 eetlepels (45 ml) ketjap
• 1 theelepel (5 ml) sesamolie (goede kwaliteit)
• 1 eetlepel (15 ml) citroensap
• 2 theelepels suiker (bijvoorbeeld palmsuiker)
• snuf zout (tenzij er al zout in je pindakaas zit)
• 5 eetlepels water

Variaties op deze vegan pindasaus

Mijn versie van satésaus smaakt behoorlijk naar gember. Ben je hier minder fan van, dan kun je kiezen voor bijvoorbeeld 3 centimeter gember. Deze pindasaus is eerder zoet met een zuurtje dan pittig. Dol op pittige satésaus? Gewoon een theelepeltje sambal erbij.

Ingrediënten pindasaus handig bewaren

Ik had gezegd dat zelf vegan pindasaus maken heel makkelijk was, mits je de ingrediënten altijd in huis hebt, toch? En in mijn geval klopt dat, want ik heb alles in de kast of in de vriezer. Gember, kokosmelk en citroensap bewaar ik namelijk in de vriezer. Gember koop ik vers en snijd ik met schil en al in stukken van 3 centimeter. Dit is immers de ‘duim’ die je meestal nodig hebt voor recepten. Citroenen rasp ik (rasp gaat in een apart bakje in de vriezer) en pers ik uit. Het sap gaat in een standaard ijsblokjesbakje. Een blokje is ongeveer een eetlepel. De kokosmelk bewaar ik sinds kort ook in de vriezer. Ik heb zo’n ijsblokjesvorm met enorme vakjes. Per vakje doe ik 4 eetlepels (60 ml). Precies een portie voor deze satésaus, maar ook ideaal voor andere recepten waarvoor je minder dan de hele inhoud van een 400 ml blik nodig hebt.

En nu eindelijk vegan pindasaus maken

Terug naar het recept voor de pindasaus. Pak een pan en zorg dat je alle ingrediënten in de buurt hebt. Hak de gember (met schil) in stukken en de knoflook ook (zonder schil). Doe de knoflook en de gember samen met de appelciderazijn in een kleine hakmachine. Ik heb zo’n bullet op mijn keukenmachine. Een blender werkt vast ook. De azijn zorgt ervoor dat de machine niet vastloopt. Geen hakhulp en hak je alles met de hand? Dan doe je de azijn er uiteraard pas later bij.

Doe de gember-knoflook-azijn-pap en alle overige ingrediënten in een pan. Zet een zacht vuurtje onder je pindasaus. Opwarmen en ondertussen wel af en toe roeren. Aangebrande pindasaus is minder lekker en bovendien een uitdaging in de afwas. Klaar alweer. Makkelijk toch? En nu maar genieten van die lekkere pindasaus. Of satésaus.

P.S. Ik denk dat je deze pindasaus ook in enorme batches kunt maken en vervolgens in porties kunt invriezen.

=> Een vegan recept maar dan wel een ei op de foto?! Eh, ja, eitjes van onze eigen kippen eet ik wel. De pindasaus wordt er niet minder plantaardig van :D

Cecile Bol

Schrijver / dichter / foodie @ Hommelgaard

Zelfstandig ondernemer met tekstbureau Studio Vuurvogel || Dichter, vooral in het Engels || Gezin met Remi, Emily, poes & wat kippen