Groei & Gelijkheid

Compassie, de achtste stap: Hoe moeten we met elkaar praten?

Hoezo, hoe moet dat? Is er iets mis dan met onze manier van praten? Volgens Karen Armstrong zou dat best wel eens zo kunnen zijn. Onze manier van verbale communicatie heeft vaak veel weg van een competitiestrijd, waarbij degene met de grootste mond gelijk wil hebben en het vaak ook krijgt. Zij vergelijkt die manier van praten met de wijze waarop de democratie bij de oude Grieken functioneerde. Op de volksvergadering was het niet de bedoeling om via onderling overleg tot de beste oplossing voor een probleem te komen, maar iedere spreker verdedigde met verve zijn eigen mening, haalde de mening van anderen vrolijk onderuit, speelde met gratie verbale slagen uit onder de gordel, en… uiteindelijk kreeg degene met het best uitgespeelde ego gelijk. Jawel, Donald Trump kent zijn klassiekers! Je wordt er zomaar president van de Verenigde Staten mee.

En het is natuurlijk niet uitgesloten dat Trump uiteindelijk een van de beste presidenten uit de geschiedenis zal blijken te zijn, maar vooralsnog zijn er grote groepen Amerikanen, die zich niet gehoord voelen door de nieuwe politieke wind die nu al begint te waaien door de VS en die vrezen dat zij degenen zijn die de kwalijke gevolgen van dit beleid gaan ondervinden. En daar ligt volgens Karen Armstrong het gevaar, als er niet op een wat minder agressieve manier wordt gecommuniceerd.

Zij stelt voor om in onze uiterst competitieve wereld een moderne vorm te ontwikkelen van de meelevende dialoog die door de oude Griekse filosoof Socrates werd ontwikkeld, het soort dialoog waarbij geprobeerd wordt om door middel van vragen stellen en goed luisteren naar de ander, verschillende standpunten elkaar tegemoet te laten komen.

Een belangrijk voordeel van deze manier van praten, is dat allerlei groepen mensen niet worden buitengesloten en daardoor minder de neiging zullen voelen om hun toevlucht te zoeken tot agressie. Als godsdienstwetenschapper heeft zij zowel het jodendom, christendom en de islam bestudeerd. Zij stelt dat door de geschiedenis heen elke fundamentalistische beweging is voortgekomen uit een diepe angst voor vernietiging, en elke beweging werd actief na wat werd ervaren als een aanval door de liberale of seculiere gevestigde orde. In onze tijd zou je dan bijvoorbeeld kunnen denken aan de ophef die ontstond door het verbod van de bourkini in Frankrijk deze zomer. Niet dat dit onmiddellijk leidde tot aanslagen of zo, maar wat een hectiek!

En laten we ook vooral niet denken, dat alleen aanhangers van de islam leiden tot rellen: met onze Zwarte-Pieten-discussie kunnen wij er ook wel wat van, en het laatste woord is er nog lang niet over gezegd.

Wat kunnen we aan zo’n soort situatie doen? Zij stelt voor om een radicaal betoog in ieder geval serieus te nemen. Probeer het te analyseren alsof het een gedicht of een belangrijke politieke rede zou zijn en de onderliggende angst en vernedering worden al snel duidelijk. Ga er vanuit dat degene die spreekt de waarheid spreekt, en doe het niet af als iets dat niet ter zake doet. Alleen op deze manier houd je de dialoog in stand.

Overigens wil dat helemaal niet zeggen, dat zij de terreurdaden van fundamentalistische bewegingen goedkeurt. Integendeel, de gulden regel, wat u niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet, blijft even sterk van kracht. En het is zeker niet de bedoeling dat welwillendheid en begrip ons doen wegkijken van onrecht, wreedheid of discriminatie.

In de serie ‘Compassie in 12 stappen volgens Karen Armstrong’:

Te koop bij De Groene Boekenshop, je eigen favoriete boekhandel en bovendien bij bol.com.

Elisabeth van der Veen
Ondernemer
Tuiniert samen met Jan. Probeert de Griekse taal onder de knie te krijgen. Is creatief met naald en draad.