Groei & Gelijkheid

Ongebreideld consumentisme: angst voor de vrijheid

We leven in een tijd waarin individuele vrijheid in Nederland hoog staat aangeschreven. Maar zijn wij werkelijk vrij of heeft ook deze tijd zijn eigen onvrijheden? In 1941 schreef Erich Fromm zijn boek ‘De Angst voor de Vrijheid’. De menselijke geschiedenis kenmerkt zich volgens Fromm als enerzijds een voortdurende strijd voor vrijheid en als anderzijds een even voortdurende vlucht voor diezelfde vrijheid. Deze vlucht uit zich in de vrijwillige onderwerping aan religieuze dogma’s en aan politieke ideologieën, in de neiging tot zinloos geweld en ook in de menselijke aandrift tot sociale aanpassing, willoos consumentisme en maatschappelijk conformisme.

Permanente ontevredenheid

De consumentenbestedingen van de gemiddelde Nederlander zijn nog nooit zo hoog geweest. Iedere paar jaar wordt het huis opnieuw ingericht, de vakanties gaan steeds verder weg en worden luxer, huizen worden steeds groter, enzovoorts. Echter, deze consumptie heeft ook een keerzijde. Het is nooit goed genoeg, want er is namelijk altijd iets mooiers of beters, waardoor een permanente ontevredenheid op de loer ligt. Ook moet er voor al dit consumentisme navenant hard gewerkt worden, waardoor je vastzit in de gevangenis van het ‘moeten’ werken om te ‘moeten’ consumeren. Waarom niet minder consumeren en minder werken, waardoor je meer vrije tijd hebt? De vraag is dan ook of we het hedendaagse consumentisme kunnen beschouwen als een vlucht voor onze vrijheid?

Negatieve en positieve vrijheid

Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst begrijpen wat vrijheid is. Door onder andere Fromm is er een onderscheid gemaakt tussen negatieve en positieve vrijheid. Negatieve vrijheid wordt in het algemeen gezien als vrijheid van externe beperkingen. Dit komt in de praktijk vaak neer op vrijheid zonder inmenging van andere mensen. Je ziet dit terug in de afnemende sociale cohesie in Nederland. Niemand wil elkaar meer een strobreed in de weg leggen (negatieve vrijheid), maar daardoor neemt de diepgang van de relaties tussen mensen af. Hierdoor raakt de positieve vrijheid van mensen in het geding. Positieve vrijheid is de mogelijkheid om je eigen potentieel te vervullen. Hierin is het belangrijk om vrij te zijn van je innerlijke beperkingen. Om je te bevrijden van deze innerlijke beperkingen heb je ook mensen nodig, namelijk in de omgang met andere mensen leer je jezelf kennen, waardoor je je innerlijke beperkingen de baas kunt worden. Bij negatieve vrijheid gaat het om ‘hoeveel deuren er open staan’ voor een bepaald persoon en bij positieve vrijheid gaat het vooral om of ‘de juiste deur om de juiste redenen’ open staat voor een bepaald persoon.

Hard werken voor een droomhuis

Wanneer ben je werkelijk vrij? Negatieve vrijheid is dat niemand of iets je verhindert om, wat je ook maar wilt, te doen. Maar is dat echte vrijheid? Stel dat je jezelf als doel hebt gesteld om ooit in je eigen droomhuis te wonen. Om dit voor elkaar te krijgen, moet je erg hard werken. Eigenlijk zou je vaker met vrienden en familie leuke dingen willen doen, maar daar heb je weinig tijd voor. Je doet werk dat je niet zo leuk vindt. Liever zou je ander werk doen en minder hard werken. Maar ja, dan zou je ook minder verdienen en het je niet lukken om ooit je droomhuis te kunnen kopen. Je besluit te onderzoeken waarom het wonen in je eigen droomhuis zo belangrijk voor je is. Het blijkt dat je in je jeugd in relatieve armoede hebt geleefd en dat je je schaamde voor je ouderlijk huis. Eigenlijk ben je nu dik tevreden met je huidige huis, al is het niet je droomhuis. Je besluit om ander (leuker) werk te gaan zoeken en minder te gaan werken. Hierdoor kan je meer tijd steken in vrienden en familie. Je positieve vrijheid is toegenomen, terwijl je negatieve vrijheid niet is toegenomen. Immers je bent nog steeds niet in staat om je droomhuis te kopen.

Kwaliteit van relaties

Onze samenleving is zo ingericht dat we zo veel mogelijk kansen voor elk individu willen creëren. We zijn vooral bezig om zo veel mogelijk negatieve vrijheid te creëren. Zo hoog mogelijk gemiddeld inkomen, zo’n uitgebreid mogelijk wegennet, zo snel mogelijke treindiensten en zo makkelijk mogelijk kunnen lenen zijn allemaal voorbeelden van doelen die wij ambiëren die onze negatieve vrijheid vergroten. Hier is in principe niks mis mee. Echter, de vraag is of je er wat aan hebt. Het gaat namelijk ten koste van onze positieve vrijheid. Onze samenleving lijkt veel minder ingericht om onszelf te leren kennen en zodanige keuzes te kunnen maken die bij ons passen. Vaak komen we erachter dat hele basale menselijke behoeften belangrijk voor ons zijn, zoals de kwaliteit van onze relaties. Misschien is dat ook wel niet iets waar invloedrijke spelers belang bij hebben, namelijk wanneer we onszelf zouden leren kennen, zouden we misschien tot de conclusie kunnen komen dat we al die overdadige consumptie niet meer nodig zouden hebben om een vrij en gelukkig leven te leiden…

Elk individu is uniek

Het constant benadrukken dat elk individu uniek is, zorgt ervoor dat mensen via consumptie zichzelf een identiteit denken aan te kunnen meten, waardoor goederenproducenten in staat zijn aanzienlijk meer goederen af te zetten dan voor het loutere levensonderhoud nodig zou zijn. Mensen zijn ook uniek, maar er zijn ook veel overeenkomsten tussen mensen. Misschien zijn er wel veel meer overeenkomsten dan verschillen tussen mensen. Maar onze consumptiemaatschappij vraagt van ons dat we onze maatschappelijke identiteit beschouwen als iets wat bovenal vorm kan krijgen door het verwerven van goederen en niet louter door betrekkingen van vriendschap, verwantschap en collegialiteit. Voor vriendschap moet je ‘werken’, maar vriendschap kan je niet kopen.

stapels-stenen

Balans geeft de grootste vrijheid

In principe is er niets mis met negatieve vrijheid. Het probleem is alleen tijd. Je kunt je tijd namelijk maar één keer ‘besteden’ en wanneer je je richt op het vergroten van je negatieve vrijheid, kan je niet bezig zijn met het vergroten van je positieve vrijheid. Negatieve vrijheid kan je eigenlijk zien als het vergroten van je vrijheid in de materiële wereld en positieve vrijheid als het vergroten van je innerlijke vrijheid. Klaas van Egmond (2010) geeft aan dat wanneer je de juiste balans vindt tussen materie en immaterie (en tussen het ik en de ander), je de grootst mogelijke vrijheid ervaart. Een balans tussen positieve (innerlijke) vrijheid en negatieve (materiële) vrijheid zorgt voor de grootst mogelijke vrijheid voor de mens en zorgt voor de grootste kans op een gelukkig leven.

Kiezen als last

Een goed voorbeeld van het uit balans zijn van positieve en negatieve vrijheid in onze samenleving is het fenomeen van ‘het dertigersdilemma’, beschreven door Nienke Wijnants (2010). Hedendaagse dertigers in Nederland komen steeds vaker in een crisis terecht door de vele keuzemogelijkheden (negatieve vrijheid). Ze kunnen niet kiezen en ervaren de vele keuzemogelijkheden als een last. Ze zijn hun hele leven bezig geweest (aangemoedigd door de heersende waarden en normen) om zo veel mogelijk kansen te creëren, maar doordat ze nooit de tijd hebben genomen om zichzelf te leren kennen, zijn ze niet in staat om een keuze te maken die bij ze past. In principe is een zo groot mogelijke negatieve vrijheid pas een verdienste als je ook daadwerkelijk een geschikte keuze kunt maken (positieve vrijheid).

Meer vrijheid is mogelijk

Om terug te komen op de vraag of het hedendaagse consumentisme ons beperkt in onze vrijheid, kan geconcludeerd worden dat we ons te veel richten op het vergroten van onze negatieve vrijheid. Doordat we maar een beperkte hoeveelheid tijd tot onze beschikking hebben, gaat dit ten koste van onze positieve vrijheid. Deze eenzijdige nadruk op negatieve vrijheid zorgt ervoor dat we minder vrij zijn dan we zouden kunnen zijn.

Hoe gelukkig ben jij?

Wil je weten hoe gelukkig jij bent? Doe dan deze korte gelukstest.

Credits foto bloem in prikkeldraad: michael warren, credits foto stapel stenen: oatsy40, allebei licentie CC BY 2.0 (Commercieel hergebruik, inclusief aanpassing).

Michiel Hobbelt on Twitter
Michiel Hobbelt
Geluksexpert @ Duurzaam Geluk
Michiel Hobbelt is sociaal psycholoog en geluksexpert, trainer en onderzoeker bij organisatieadviesbureau Duurzaam Geluk (Utrecht).