Huis & Tuin

Een bloeiboog voor meer bijen in je tuin; ontwerp en plantenlijst

Veel mensen maken zich terecht zorgen om de insecten in hun omgeving. Dat je ze kunt helpen door bijvoorbeeld bloemenmengsels (tübingermengsels) te zaaien of bloembollen te planten is bekend. Maar wil je een stap verder gaan, dan kan een bloeiboog van struiken en bomen insecten als solitaire bijen, hommels, vlinders en andere insecten helpen. Een struik of boom gebruikt de hoogte en heeft dus veel meer oppervlakte voor dracht voor insecten dan een horizontaal veldje bloemen. En ze vragen vaak nog minder onderhoud ook. Een bloeiboog is een ontwerp voor insecten in de tijd zodat er altijd voldoende voor ze te eten is. Hoe ontwerp je een bloeiboog en waar moet je op letten? Plus een plantenlijst voor insecten in een kleine en grote tuin als start.

Wat is een bloeiboog?

Een bloeiboog, ook wel bloesemboog, is een ontwerp voor insecten in de tijd. Niet alleen de hoeveelheid stuifmeel of nectar is belangrijk, maar vooral ook de spreiding door het jaar heen. Bij een bloeiboog kies je de planten op bloeiperiode en zorg je zo dat er altijd voldoende dracht voor insecten is. In veel tuinen staat in april, mei en juni van alles in bloei. Maar insecten hebben in het vroege voorjaar en het late najaar ook voedsel nodig en dan is dat vaak schaars.

Waarom struiken en bomen voor insecten?

Heb je een kleine tuin, dan ben je toch vooral aangewezen op bloemenmengsels, bloembollen en kruidachtigen. Maar als je meer plek hebt, raad ik aan het ontwerp van je bloeiboog te focussen op struiken en bomen. Bloemenmengsels moet je vaak steeds opnieuw zaaien en bloembollen verwilderen vaak minder dan je hoopte. Een goed gekozen struik of boom vraagt, nadat die eenmaal is aangeslagen, nauwelijks onderhoud. En de boom levert een veelvoud aan nectar en stuifmeel.

Een bij op bloesem van een amandelboom (Prunus dulcis)

Elk plant 3 functies, elke functie 3 planten

Wie zich wel eens verdiept heeft in permacultuur kent vast deze ‘regel’: “Elk element heeft meerdere functies en elke functie wordt door meerdere elementen ondersteunt”. Het idee daarachter is dat je ontwerp veerkrachtig is en je efficiënt gebruik maakt van de ruimte. Gaat er een plant dood, dan wordt zijn functie nog door twee anderen opgevangen. Zo ontwerp je een veerkrachtig systeem. In de context van de bloeiboog is één functie duidelijk:

  • Voedsel voor insecten (in maand x)

Maar dezelfde plant zou ook een aantal van deze functies kunnen vervullen:

  • Wind tegenhouden
  • Zicht tegenhouden
  • Voedsel voor mensen
  • Voedsel voor vogels
  • Habitat voor vogels
  • Voedingsstoffen uit diepe ondergrond omhoog halen
  • Stikstof binden (met hulp van schimmels of bacteriën)
  • Mooi zijn
  • Brandhout kweken
  • enz

In mijn tuin heb ik er bijvoorbeeld voor gekozen de basis van onze bloeiboog te verwerken in onze windhaag. Dat komt omdat veel inheemse planten geschikt zijn om wind tegen te houden en voeding voor insecten geven. Vaak is de derde functie stikstof binden (die stikstof komt via het afvallende blad in het najaar beschikbaar voor andere planten en scheelt mij werk en kosten om te bemesten), eten voor ons (fruit, noten) of soms habitat voor vogels.

Het ontwerp van die singel inclusief plantenlijstje kun je hier lezen. Als je goed kijkt zul je zien dat ik daar niet elke functie door 3 elementen heb opgevangen. Maar dat komt omdat de singel niet op zichzelf staat. Ik heb er een voedselbos naast geplant bijvoorbeeld. Daar is de primaire functie vaak eten voor ons of ondersteuning aan de planten die dat doen. Maar ook daar is een deel van de bloeiboog te vinden.

Een bloeiboog ontwerpen in een bestaande tuin

Heb je een bestaande tuin met al aardig wat planten, dan kun je het beste observeren of er ‘gaten’ in de bloei zijn en die opvullen. Misschien ken je de planten uit je hoofd en kun je een lijstje maken. Planten die je niet weet, kun je opzoeken met een app als PlantSnap of door te vragen in de Facebook Groep ‘welke plant is dit’. Maak een lijst van de planten die je hebt en zet achter elke plant wanneer die bloeit. Dat kan meestal prima via Google of Ecosia. Waarschijnlijk ontdek je zo dat er in bepaalde periodes weinig bloeit en kun je op zoek naar planten die dat gat kunnen vullen.

Wat bloeit er bij de buren?

Check ook wat er in de buurt groeit. Insecten hebben vleugeltjes, dus vliegen echt wel naar de buren als daar een plant in bloei staat. Daar kun je rekening mee houden in je ontwerp. En wellicht kun je het ontwerp zelfs samen met je buren afstemmen. Zeker in kleine tuinen kan dat slim zijn.

Inheemse insecten in je omgeving

Er zijn zo’n 35.000 soorten insecten in Nederland en België. Sommigen zijn algemeen. Anderen komen in specifieke gebieden voor. Als je er écht voor wilt gaan, zou je kunnen uitzoeken welke dat in jouw buurt zijn. Sommige soorten zijn erg afhankelijk van bepaalde planten. Je kunt dan precies de juiste soorten planten en die specifieke insecten extra ondersteunen. In de praktijk is het echter best lastig te achterhalen welke soorten dat zijn en loop je het risico dat je het veel te ingewikkeld voor jezelf maakt. Daarom raad ik aan, tenzij je ecoloog of bioloog bent, gewoon met hagel te schieten. Als je zorgt dat er altijd veel bloeit, help je vanzelf een hoop insecten.

Plantenlijst bloeiboog voor meer insecten

Er bestaan duizenden planten die je in een bloeiboog zou kunnen gebruiken. Allemaal hebben ze voor- en nadelen, wensen aan de grond en de standplaats en andere functies dan dracht voor bijen en andere insecten. Om een start te maken aan een ontwerp heb ik onderstaande lijst met mogelijke planten gemaakt. Een hoop websites, lijstjes van anderen, boeken en observaties dienden ter inspiratie.

Om de lijst overzichtelijk te houden, heb ik de Nederlandse namen gebruikt (tenzij die verwarrend zijn) en de planten gesorteerd op groeilaag. Struiken tot zo’n 3 meter staan bij de struiken. Grote struiken en kleine bomen van zo’n 3 tot 8 meter staan in de kolom daarna. En grotere bomen vanaf zo’n 8 meter staan apart. De kolom met kruidachtigen, bodembedekkers en bollen is verre van compleet omdat in die laag duizenden planten geschikt kunnen zijn. Planten die kort bloeien zijn ingedeeld op piek van de bloei. Planten die lang bloeien heb ik vaak in meerdere maanden opgenomen.

Of bekijk via deze link de volledige plantenlijst full screen.

Andere bronnen met planten om je bloeiboog mee te ontwerpen

Online zijn talloze sites met informatie te vinden over planten. Soms klopt de info niet, dus als ik een plant niet goed ken check ik altijd minimaal twee sites op de maat en bloeitijd van een plant. Spreken die elkaar tegen (en dat is vaak zo), dan graaf ik dieper. Deze sites kunnen helpen:

Permacultuur database Nederland
In de Nederlandse Eetbare Planten en Paddenstoelen Database kun je planten zoeken op basis van functies en groeilaag. Selecteer je bijvoorbeeld ‘bijenplant’ en ‘struiklaag’, dan heb je een prima vertrekpunt voor een lage windsingel met bloeiboog. Nadeel is dat hier alleen eetbare planten in staan. Een vuilboom (sporkehout/ Rhamnus frangula) zul je er niet vinden, terwijl het een fantastische bijenplant is. Verder een prima bron.

Lijst drachtplanten van imkerpedia
Op Imkerpedia staat een lijst drachtplanten met daarbij de bloeiperiode, de nectarwaarde en de pollenwaarde. Hierbij moet je wel bedenken dat dit gericht is op de honingbij en die heeft soms andere voorkeuren dan andere, solitaire en inheemse insecten. Maar als je dat in het achterhoofd houdt is het een prima bron.

Top 100 bijenplanten van Drachtplanten.nl
Op drachtplanten.nl vind je een top 100 inheemse planten voor bijen en andere insecten. Je kunt ze op Nederlandse naam, wetenschappelijke naam of milieu sorteren en er staan iconen bij als ze geschikt zijn voor tuinen en als ze specifiek belangrijk zijn voor een bepaalde soort. Qua gebruiksgemak is deze site wel een uitdaging met meerdere domeinen en menu’s en een venstertjes die niet altijd doen wat je verwacht, maar als je de (on)logica eenmaal door hebt, zit hier een schat aan info die helpt bij vooral solitaire en inheemse soorten.

Planten kopen en kwekerijen

Veel tuincentra verkopen helaas nog steeds planten met ‘gewasbeschermingsmiddelen’ (insecticiden en herbiciden). Koop dus alleen planten die biologisch zijn of die van een kweker komen die geen gif gebruikt (en nee, dus niet bij de Intratuin). Gelukkig zijn er ook erg veel goede kwekerijen. Zoals mijn favoriete voedselboskwekerij Arborealis die erg veel mooie en vaak eetbare planten verkoopt waaronder veel planten die je in een bloeiboog kunt gebruiken. Of De Heliant (onderdeel van Cruydt-hoeck) die inheemse wilde planten verkoopt voor biodiversiteit en insecten. In een Facebook groep over permacultuur kwam ik dit kaartje met kwekerijen in Nederland die op een manier verstandig kweken tegen.

Laatste tips voor meer bijen en andere insecten

  • Als vuistregel kun je er van uitgaan dat inheemse planten beter aansluiten bij de voorkeuren van de inheemse insecten. Kun je kiezen uit een inheemse en een uitheemse plant en zijn er geen andere factoren van invloed? Kies dan inheems.
  • Van veel planten bestaan allerlei cultivars die in de loop der tijd door kwekers zijn ontwikkeld. Vaak zijn ze geselecteerd en gekweekt voor mooie bloemen. Maar sommige van die bloemen zijn zo doorgekweekt dat een insect er niks meer aan heeft. Zo’n driedubbel gevulde bloem is misschien mooi, maar er is geen plek meer voor een dikke hommel om bij de nectar te komen. Daarom kies ik vaak een niet of nauwelijks gecultiveerde variant van een plant.
  • Sommige mensen denken meteen aan honingbijen en het plaatsen van bijenkasten als ze bezig gaan met het creëren van meer voeding en habitat voor insecten. Toch is dat minder logisch dan het misschien lijkt. Want er zijn zo’n 35.000 soorten insecten in Nederland en België waaronder zeker 200 soorten inheemse bijen. En de gangbare honingbijen zijn dat niet. Met zo’n 45.000 tot 60.000 bijen in een kast leggen die wel druk op de beplanting in de buurt. Volgens sommige onderzoeken verdrukken ze daarmee inheemse bijen in de eerste paar honderd meter van de kast. Dat hoeft niet erg te zijn, maar de volgorde met wel altijd zijn: eerst extra beplanting, en daarmee meer extra dracht creëren dan de honingbijen nodig hebben. Dan pas bijenkasten plaatsen. Zo zorg je in een gebied netto voor meer extra dracht dan de honingbijen gebruiken.
  • Verder is het natuurlijk belangrijk om ook over nestplek na te denken. Dit blog ging alleen over voeding voor solitaire bijen en inheemse insecten. Maar ze moeten ook kunnen schuilen, overwinteren en ergens eitjes kunnen leggen. Zo’n insectenhotel van hout met stukjes riet en bamboe kan helpen voor sommige soorten. Maar in Nederland nestelt een meerderheid van de bijen in de grond en tussen stenen enz. En kale grond is schaars. Ik hoop over een paar maanden een blog te schrijven over de stapelmuur voor insecten met leemhoudend zand erin.
Remi van Beekum on LinkedinRemi van Beekum on Twitter
Remi van Beekum
Permacultuur/voedselbos @ De Hommelgaard
In het dagelijks leven is Remi als Kiemfabriek vooral interim marketeer voor bedrijven en organisaties die de wereld wat mooier maken. Soms rond strategie of management en soms met de handen aan de knoppen in bijvoorbeeld campagnes. Thuis heeft Remi samen met Cecile en Emily een eigen voedselbos en permacultuurproject de Hommelgaard in een klein dorpje in Drenthe. Veel artikelen zijn vooral daarop geïnspireerd.