Huis & Tuin

Droge, hete zomers: maak je tuin klaar voor de gevolgen van klimaatafbraak

De zomer van 2018 was een van de droogste en zonnigste zomers ooit gemeten in Nederland. Niet alleen viel er nauwelijks regen, het waaide ook regelmatig waardoor planten en de grond nog sneller uitdroogden. Veel planten hadden het moeilijk en moesten met gietertjes water en tuinsproeiers in leven worden gehouden. De verwachting is dat droge periodes door klimaatafbraak droger worden en buien korter en natter. Heb je een tuin, dan kun je nu al veel doen om je planten en de bodem klaar te stomen voor ons nieuwe klimaat. Gelukkig is dat niet moeilijk. Al kost het wel tijd. Maak van de bodem een grote spons die regenwater in periodes met veel regen snel opneemt, en het water in droge periodes weer langzaam loslaat. Dat scheelt straks een hoop slap hangende plantjes en gietertjes met water!

Maak van de grond een spons

Het principe is eenvoudig: Door het organische stofgehalte van de grond te verhogen, maak je van de bodem van je tuin een grote spons. Een paar procent extra organisch materiaal in de bodem zorgt voor een enorme hoeveelheid water die de bodem zelf kan vasthouden voor droge tijden. Een procent organische stof kan per hectare zo’n 170 kubieke meter water vasthouden.

Stel, je hebt een tuin van 10 bij 10 meter met 2% organische stof in de bodem. Als je dat verhoogt naar 3%, zal de bodem zo’n 1,7 kuub water extra vasthouden. Dat is 1.700 liter water, of 170 gieters. Verhoog je het organische stofgehalte van 2% naar 6%, dan is dat 6.800 liter extra of 680 keer met een gieter heen en weer lopen. Dat is een enorme hoeveelheid water op een tuintje van 10 bij 10 en lijkt ongeloofwaardig. Maar wie tijdens een hittegolf een boswandeling maakt en voelt aan de grond onder een laagje bladeren, weet hoe goed bosgrond vocht kan vasthouden.

Ontwerpprincipe 9 uit de permacultuur, “gebruik kleine en trage oplossingen”, gaat hier zeker op. Want dit is geen snelle oplossing die je aan het begin van de zomer kunt toepassen en er dezelfde zomer van kunt profiteren. Maar het is wel de beste oplossing op lange termijn en het kost ook minder moeite op lange termijn.

Hoe verhoog je de hoeveelheid organisch materiaal in de bodem?

Het verhogen van de hoeveelheid organisch materiaal in de bodem is eigenlijk heel simpel.

Stap 1: Stop met het afvoeren van bladeren, gras, snoeiafval en ander organisch materiaal. Alles wat uit je tuin de biobak in gaat verlaagt het organische gehalte van je tuin en bodem en maakt je tuin dus gevoeliger voor droogte. De meeste dingen (grasmaaisel en bladeren bijvoorbeeld) kunnen ter plekke snel verteren. Sommige dingen doen er langer over en zou je op een composthoop of onder je struiken kunnen gooien.

Stap 2: Voeg organisch materiaal toe. ‘Organisch materiaal’ is een breed begrip en wie goed om zich heen kijkt ziet dat het overal gratis te krijgen is en meestal met grote vrachtwagens de woonwijken uit gaat richtig kolencentrale of biovergister. Zonde!

Het meeste kun je gewoon op de grond tussen je planten leggen; schimmels, bacteriën en ander bodemleven doen de rest voor je. Ze zullen alles langzaam afbreken en omvormen tot luchtige humus. En die humus is niet alleen de perfecte spons, maar zit ook meteen vol bodemleven en voedingsstoffen voor je planten. En doordat je steeds een laagje nieuwe mulch toevoegt aan de bovenkant, is de grond zelf altijd beschermd tegen uitdrogende wind en directe impact van de zon.

Een dikke laag organisch materiaal (bladeren, stro en houtsnippers) rond een walnotenboom.

Voor en nadelen van verschillende soorten organisch materiaal

Al het organisch materiaal dat je kunt vinden is goed. Maar elke soort heeft wel voor- en nadelen. En een mix is natuurlijk het beste. Een paar voorbeelden:

  • Bladeren van bomen: Verteert snel, wordt door wormen onder de grond getrokken, opgegeten en uitgepoept. Blad van inheemse planten verteert doorgaans sneller omdat de inheemse schimmels en bacteriën daar beter op ingespeeld zijn. Pas op met blad van eik (verzuurt de bodem), notenbomen (hebben soms een vertragend effect op de groei van andere bomen) en groenblijvende planten (verteert langzamer). Maar als je dat blad mixt met blad van verschillende andere soorten blad, is er niks aan de hand.
  • Compost: Misschien wel de ideale organische stof, mits schoon (gemeentecompost zit vaak vol plastic). Compost wordt snel opgenomen in de bodem en komt snel beschikbaar voor planten. Nadeel is dat het duur is of tijd kost om zelf te maken.
  • Grasmaaisel: Prima spul. Veel mensen maaien hun gras en gooien het maaisel in de gft-container. Heb je zo’n buurman, dan kun je ze wijzen op voorgaand punt of je kunt vragen of hij het maaisel over de schutting kiepert. Je kunt het zo uitstrooien tussen je planten of onder je struiken waar het zal verteren. Bij dit soort natte organische materialen wel opletten dat het wat kan doorluchten. Want schimmels en wormen hebben ook lucht nodig.
  • Snoeiafval: In een kleine tuin kan het wat onhandig zijn. In een grote tuin werkt dit ook prima. Klein snoeiafval kan gewoon op de grond rond planten. In feite kun je het tijdens het snoeien laten vallen en met je voeten wat onder de plant schoppen. Groter snoeiafval zoals takken kun je in een takkenril stoppen waar het nestgelegenheid voor vogels vormt terwijl het langzaam verteert. Of je regelt een versnipperaar.
  • Houtsnippers: Kun je soms gratis in grote hoeveelheden krijgen. Hoveniers en gemeentewerkers hebben soms partijen over. Houtsnippers verteren veel langzamer dan bijvoorbeeld bladeren en maaisel en dat kan een voordeel en een nadeel zijn. Wil je snel bemesten bij de eenjarigen in de moestuin, dan zijn houtsnippers niet handig. Maar omdat de voeding heel langzaam los komt, is het ideaal om houtsnippers bij vaste planten te gebruiken en om de hoeveelheid organische stof in je bodem langdurig te vergroten. En dat is met het oog op de spons die we willen hebben ideaal.
  • Stro en hooi: Omdat bijna al het vocht hier al uit is, zal het wat langzamer verteren dan bijvoorbeeld grasmaaisel. Maar als je geluk hebt en een bevriende paardenliefhebber hebt oid, kun je hier gratis aan komen en in grote hoeveelheden. Vaak met mest erdoor. Prima!
  • Mest: Mest van allerlei dieren is natuurlijk ook prima om de bodem te verrijken. Pas een beetje op met mest van dieren die net ontwormd zijn. Want wormen in je tuin heb je hard nodig om al die plantenresten om te zetten in humus. En mest kun je het beste altijd mengen met andere stoffen uit dit lijstje.
  • Koffieprut: Koffieprut is zo’n beetje de ideale bemesting. Het zit vol stikstof, fosfor en kalium. Ervaren tuiniers herkennen daarin de letters N (stikstof), P (fosfor) en K (Kalium), die op veel zakken (kunst)mest in de tuincentra staan. Je moet zelfs een beetje oppassen dat je niet té veel koffieprut bij een plant strooit, omdat ze dan te veel voeding tegelijk krijgen. Maar als je het wat verdeelt of eerst op je composthoop gooit, komt dat helemaal goed.

Er is nog zoiets als stikstofdiefstal (te veel koolstof, te weinig stikstof). Daar kun je een hele studie van maken. Maar als je probeert steeds verschillende soorten organisch materiaal te gebruiken, komt dat meestal vanzelf goed. Als je er wél actief op wilt letten, zorg dan voor een goede verhouding tussen ‘groen’ (nat, groen, vers, veel stikstof) en ‘bruin’ (droog, houtig, karton, stro, luchtig, veel koolstof) in je organische mix. Het groene levert de voeding, het bruine de structuur.

Hoe snel wordt organisch materiaal opgenomen door de bodem?

Als je een tuin hebt met weinig bodemleven, dan duurt het lang voordat organisch materiaal wordt opgenomen door de bodem. Voeg dan niet meteen te veel plantenresten aan de bodem toe. Geef de bodem en het bodemleven even de tijd. Er zullen snel meer schimmels, bacteriën, wormen en andere beestjes in de bodem komen die smullen van al dat organisch materiaal. Voeg steeds een dosis organisch materiaal toe als de vorige dosis wat dunner wordt. Je zult zien dat het steeds sneller wordt opgenomen door de bodem en dat planten het beter gaan doen en de bodem luchtiger wordt.

Maar mulchen trekt toch slakken aan?

Een veelgehoord nadeel van mulchen (ter plekke composteren, zonder spitten) is dat de mulch ook een ideale plek is voor slakken om zich voort te planten. En in feite is dat waar. In de mulchlaag is het vochtig en zijn mooie schuilplekjes voor de slakken. Dus heb je dikke kans dat je meer slakken krijgt als je flink gaat mulchen. Vervelend.

Je kunt dan ingrijpen met slakkenvallen, slakkenkorrels of andere maatregelen tegen slakken. Maar, als je niets doet, zul je waarschijnlijk zien dat vogels, padden en egels je tuin zullen ontdekken en de slakken voor je in toom gaan houden. Misschien is dat pas een of twee jaar later. Al vergt dat wel geduld en vertrouwen in de natuur. Als je je geduld niet té veel wilt beproeven kun je de juiste dieren ook actief aantrekken. Bouw bijvoorbeeld een takkenril als schuilplaats voor de egels of plant een stekelige struik voor de vogels. Maar in de meeste gevallen zal de slakkenplaag (zoals elke plaag waar je niet ingrijpt) vanzelf opgelost worden door een toename van roofdiertjes.

Extra tips om je tuin geschikt te maken voor droge periodes

Door organisch materiaal aan de bodem toe te voegen, zorg je dat de bodem zelf veel meer vocht kan vasthouden. Als je daar een start mee hebt gemaakt, zijn er ook nog andere dingen die je kunt doen:

Hou de grond altijd bedekt tegen uitdroging
Een groot deel van de uitdroging van de grond komt niet door de warmte, maar door de wind die vocht wegblaast. Daarom droogt de was aan een waslijn in de wind een stuk sneller dan de was aan een waslijn binnen.

In veel tuinen zijn stukjes grond rond planten netjes aangeharkt zodat de grond zelf open en bloot ligt. Blote grond is vragen om ‘onkruid’ en werk om dat weer weg te halen. Een zinloos en eindeloos gevecht tegen de natuur. Maar blote grond droogt ook veel sneller uit, doordat de zon er direct op kan schijnen en de wind er vat op heeft. Zorg dus altijd dat de bodem bedekt is. Dat kan met mulch of met planten zoals bodembedekkers.

Hou de wind buiten de deur
Ook kun je aan de randen van je tuin vaak van alles doen om de wind uit je tuin te houden. Denk aan struiken, schuttingen, windsingels en hagen. Wat het beste past ligt nogal aan je tuin, maar een goede windbreker kan uitdroging van je tuin flink verminderen en tegelijk het comfort in je tuin verhogen. (Heb je een wat grotere tuin, dan zou je mijn ontwerp voor een windsingel met eetbare planten en bloeiboog kunnen lezen.)

Koppel regenwater af
De meeste huizen zijn gebouwd om regenwater zo snel mogelijk af te voeren naar het riool. Zonde eigenlijk. In het voorjaar van 2018 viel er bij ons in Eext zo veel regen in korte tijd dat er wateroverlast was. Een paar maanden later hadden we extreme droogte. Eigenlijk zouden we de afvoerbuizen van regenwater van daken moeten afkoppelen en de tuin in laten vloeien. In principe kunnen de meeste tuinen dat ook makkelijk aan. Maar, dan heb je wel voldoende luchtige en humusrijke grond nodig. Heb je vette, ondoordringbare klei in je tuin of poederig zand, dan kan de grond het water niet opnemen en krijg je plassen en modder.

Maar als je in zo’n tuin het organische stofgehalte verhoogt, wordt de bodem luchtiger en sponziger. Een flinke plens water zal dan snel worden opgenomen. Vijvers en poelen kunnen daarbij ook helpen natuurlijk. Veel daken hebben meerdere regenpijpen, dus je kunt ook eerst één pijp afkoppelen en kijken of je tuin het aankan. Zelf gaan we aankomende jaren in fasen proberen alle zes of zeven regenpijpen van ons huis en de schuur af te koppelen en al het regenwater van de daken op te vangen in de tuin. Daarover later meer in een ander blog.

Een veerkrachtige tuin die tegen een stootje kan

Als je bovenstaande tips opvolgt bouw je langzaam aan een voedingsrijke en veerkrachtige tuin die tegen een klimaatstootje kan. De humus zal water voor je vasthouden en werk uit handen nemen. Het bodemleven zal tot bloei komen. En dat trekt weer insecten, vogels, egels en andere dieren aan. Je planten zullen meer voeding krijgen en beter groeien. Kortom: je tuin is beter bestand tegen het klimaat dat ons te wachten staat.

Remi van Beekum on LinkedinRemi van Beekum on Twitter
Remi van Beekum
Permacultuur/voedselbos @ De Hommelgaard
In het dagelijks leven is Remi als Kiemfabriek vooral interim marketeer voor bedrijven en organisaties die de wereld wat mooier maken. Soms rond strategie of management en soms met de handen aan de knoppen in bijvoorbeeld campagnes. Thuis heeft Remi samen met Cecile en Emily een eigen voedselbos en permacultuurproject de Hommelgaard in een klein dorpje in Drenthe. Veel artikelen zijn vooral daarop geïnspireerd.