Kind & Opvoeding

De dinges van je dochter – hoe geven we dat lichaamsdeel een goede naam?

Tijdens het afdrogen van onze dochter, toen ze krap drie jaar oud was denk ik, was er ineens behoefte aan een woord. Het woord. En ik hoor mijn man iets zeggen in de trant van ‘ook even je plasser’. Intern stort ik in een diepe, donkere tunnel van half verwerkte walging om dit woord uit mijn eigen jeugd. Een paar uur later, onze dochter slaapt al, sta ik in de woonkamer. ‘Kom, we moeten praten.’ Mijn man kijkt mij licht argwanend aan, maar vertrouwt op het feit dat ik nooit een dure fles wijn zou ontkurken voor een onaangenaam gesprek. ‘We moeten het hebben over het woord. Het woord voor haar. Het equivalent van piemel. Het woord dat in het Nederlands niet bestaat. What’s it gonna be?’

Een piemel én een…?

We zijn niet de eersten die zich over dit vraagstuk hebben gebogen. In de afgelopen jaren kwam ik meerdere opiniestukken en columns tegen over de juiste naam voor ‘de dinges van je dochter’. Voor jongens is piemel zo’n fantastisch woord in het Nederlands. Het klinkt prima en vriendelijk en veilig als je een kind bent en blijft (is mijn ervaring) de gangbare naam voor dat lichaamsdeel als de man volwassen is. Ik ken weinig mannen die dat ding ineens een penis gaan noemen. Piemel is tha bomb!

Lollige woordjes

Hoe anders is dat voor meisjes. In elk artikel dat ik hierover heb gelezen komt het hierop neer: je hebt vagina, plasser en een hele trits aan lollige woordjes en schuttingtaal. Dat laatste lijkt mij sowieso niet handig, niet in de laatste plaats omdat ze vaak onzinwoorden (sassefrasser?!) of woorden met een dubbele betekenis zijn (poes, spleetje). Of met een seksuele connotatie (wederom poes, dank u porno, en bijvoorbeeld kutje).

De plasser

Terug naar het woord dat ik bijna niet kan typen zonder ervan te walgen: plasser. Ik had vroeger een plasser. Plassen doe je op de wc. Plassen is iets ‘vies’. Ik had een ding aan mijn lijf dat blijkbaar vies was. Niet dat mijn ouders de hele dag het woord plasser zaten te roepen, maar de keren dat het woord langs kwam, voelde ik mij op slag enorm vies. Ik wilde zo min mogelijk met dat vieze ding te maken hebben en heb zelfs hele periodes (geheel contra-productief, maar ja, kinderlogica) niet afgeveegd na het plassen, zodat ik er niet bij in de buurt hoefde te komen. Bij die plasser. En ik vond piemel toen ook al een stuk beter klinken. Geen plasser voor onze dochter dus.

De vagina

De andere veel genoemde optie is de vagina. Dit voelde voor mij als de correcte optie. De enige juiste optie. Immers, penis en vagina. Klaar als een klontje. Behalve dat ik het gewoon een beetje een naar woord vind qua klank, door die harde g. Heel persoonlijk, maar iets rolt niet lekker aan dat woord. En toen besefte ik vervolgens dat vagina ook gewoon onjuist is. Want meestal heb je het helemaal niet over de vagina (het gat, so to speak), maar over het gebied aan de buitenkant inclusief lippen en alles erop en eraan. En dat heet een vulva.

To vulva or not to vulva?

Dus, zouden we helemaal correct gaan doen met vulva? Terwijl eigenlijk niemand dat gebruikt? Of toch maar gaan voor het minder correcte, maar net iets meer gangbare vagina? Mijn man is iets gevoeliger dan ik voor ‘de omgeving’. En hij vond dat vulva misschien zo raar kan klinken als ze het woord zou gebruiken, dat ze dan juist ergens haar hoofd zou stoten. Anderzijds, dat heb je helemaal als je het sassefrasser noemt, lijkt mij zo. Mijn dochter negeerde onze discussie vervolgens glansrijk en had allang besloten dat het gewoon ‘kont’ heet. Voor en achter gelijk. Kont. En lang voldeed dat ook prima. Wij wisten toch wel wat ze bedoelde.

Nu toch een keuze maken

Een jaar later, inmiddels bijna vier (als je dit leest echt vier), begon het toch wel belangrijk te worden dat die kont aan de voorkant een andere naam zou krijgen dan die kont aan de achterkant. Ze werd zindelijk en dus valt er wat te vegen. Dan is het lastig als je door de gesloten wc-deur heen moet discussiëren over welke kont er nu wel en niet geveegd moet gaan worden. Bovendien is ze sowieso veel verbaler en is het ook een onderdeel van medische en seksuele weerbaarheid: je lichaam goed kunnen benoemen. En dus hakten we de knoop eindelijk door, namelijk doen wat echt correct is, zelfs als bijna niemand anders het doet. Vulva. En een dag later sprak ik een vriendin die precies op dat moment ook dat besluit had genomen. Dus we waren al met zijn tweeën. Echt nodig had ik het woord echter nog steeds niet.

Mama, heeft een woordje…

Een paar weken later kom ik de kamer binnen. Mijn man en mijn dochter zijn een puzzel aan het leggen. Blijkbaar is er kort over gesproken, had ze kriebel ofzo. Want mijn man zegt ‘Daar heeft mama een woordje voor, voor jou.’ Ik ben blij dat mijn man dit aan mij laat; het is immers vooral mijn topic, maar ben even van mijn stuk gebracht. ‘Wat? Eh, ja. Ja, dat heet een vulva. Vulva…’ Ze neemt dit nieuwe woord gretig in zich op, lijkt kort te glimmen van trots dat ze eindelijk iets heeft wat jongetjes niet hebben (ze benoemde al langere tijd ‘ik heb geen piemel’). En dat was het dan. Of mijn dochter later eenzelfde blog schrijft over een woord dat ze vroeger haatte kan ik niet voorspellen. En ik voel me semi-superieur in de hoop dat ik een piezeltje bijdraag aan een kleine seksuele revolutie voor jonge meiden. En ik voel me een politiek correcte zeikmuts. Maar de dinges heeft een eindelijk haar eigen naam gekregen. En dat zou toch in geen enkele taal zo ingewikkeld mogen zijn?

Cecile Bol on LinkedinCecile Bol on PinterestCecile Bol on TumblrCecile Bol on TwitterCecile Bol on Wordpress
Cecile Bol
Schrijver / dichter / foodie @ Hommelgaard
Zelfstandig ondernemer met tekstbureau Studio Vuurvogel || Dichter, vooral in het Engels || Gezin met Remi, Emily, poes & wat kippen