Huis & Tuin

Vlinderstruik eenvoudig vermeerderen door te stekken

Een vlinderstruik is in veel tuinen een geliefde plant. Hij stelt weinig eisen aan de bodem en trekt van juli tot september een hoop vlinders zoals de atalanta, het koolwitje, de citroenvlinder en ook andere insecten zoals hommels aan. Zelfs als je geen groene vingers hebt, kun je weinig fout doen bij een vlinderstruik. Zolang je hem elk jaar na de winter, in maart, maar even terugsnoeit tot 30 a 40 centimeter boven de grond. Wat veel mensen niet weten, is dat een vlinderstruik (buddleja davidii) ook heel makkelijk zelf te vermeerderen is door te stekken. Hieronder leg ik uit hoe je dat eenvoudig doet.

Vlinderstruik stekken

In de winter gaan de meeste planten in rust. Dat is ongeveer van november tot en met maart. Ook de vlinderstruik doet dat. Als de plant in rust is, kun je hem vermeerderen door te stekken. Je kunt dat dus al in november doen. Maar zelf vind ik het in maart makkelijker en logischer. Dan moet je de vlinderstruik immers toch snoeien.

Het stekken is eenvoudig. Je knipt eerst stokken van 30 tot 40 centimeter van de plant. Ik gebruik vooral de lagere, houtachtige delen, die ik er in maart vanaf knip. De hele dunne takjes bovenaan zijn minder geschikt en die gebruik ik als mulch om onkruid tegen te houden en de bodem te verbeteren. Zorg dat ze allemaal minstens op twee plekken zijtakjes/knoppen hebben. De onderste mogen een paar centimeter onder de onderkant zitten, maar verwijder je vervolgens wel. Want deze komen later onder de grond.

Omdat de slagingskans groot is bij vlinderstruiken. Raad ik aan er niet te veel te gebruiken. Als je een vlinderstruik snoeit, heb je vaak 10 tot 15 geschikte takken om te stekken. Tenzij je een hele grote tuin hebt of je hele vriendenkring wilt voorzien van vlinderstruiken, raad ik aan er wat minder te gebruiken.

Je kunt vlinderstruiken op twee manieren makkelijk stekken:

  1. Prik de stek(ken) gewoon een stukje in de grond op een beschutte plek en geef ze wat water. Aan de onderkant zullen dan wortels vormen en zal de struik vanzelf beginnen te groeien. Denk er wel even aan dat de stekken in het begin wat gevoeliger zijn voor kou, wind en felle zon. Het kan handig zijn ze eerst op een luwe plek op het noorden te laten groeien en pas op een zonnige plek te zetten als ze al wat gegroeid zijn.
  2. Zet de stek(ken) eerst binnen in een vaas met wat water. Na een week of twee a drie zul je onderaan wortels zien verschijnen. Ververs af en toe het water om schimmelvorming te voorkomen en zet de vaas niet in de directe zon. Zodra de wortels een aardige omvang hebben (na ongeveer een maand), kun je de stek met wortels uitplanten in de tuin waar je hem hebben wilt. Het mooiste is het als het dan een aantal dagen een beetje aardig, maar niet té heet lenteweer is. Dan heeft de vlinderstruik de tijd om zich te hechten en te wennen aan de buitenlucht.
Stek van vlinderstuik (buddleja davidii) in een vaas na ongeveer twee weken.
Uitplanten van de stek in een pot grond (deze moet nog verhuizen naar een andere tuin)

Persoonlijk vind ik manier 2 het makkelijkste werken. Ik snoei de vlinderstruik toch in maart en na een maandje in de vaas binnen is het meestal prima weer om de vlinderstruik in april meteen op de goede plek in de tuin te zetten.

Vlinderstruik snoeien

Een vlinderstruik snoeien is eenvoudig.

  • Snoei in maart of begin april de hele vlinderstruik terug tot ongeveer 30 tot 40 centimeter boven de grond.
  • Snoei tijdens de bloei, van juli tot september of oktober, af en toe de uitgebloeide bloemen eruit. De vlinderstruik maakt dan steeds nieuwe bloemen aan zodat je een veel langer bloeiseizoen met vlinders hebt.

Vlinders zijn eerst rupsen: waardplanten

Wat veel mensen zich niet realiseren is dat vlinders eerst rupsen zijn. Vlinders zijn dol op de nectar van vlinderstruiken. Maar rupsen hebben hele andere eetwensen. Zet je een vlinderstruik in je tuin, dan lok je dus vlinders richting je tuin, maar doe je niks voor de rups.

Eigenlijk zou er daarom in elke tuin naast een vlinderstruik ook minstens een waardplant moeten staan. Nou hebben de rupsen van verschillende vlindersoorten allemaal waar hun specifieke wensen. De rupsen van de Atalanta houden van brandnetel. Koolwitrupsen houden van koolsoorten en oost-indische kers. En de rupsen van citroenvlinders houden van wegedoorn en de vuilboom. De vlinderstichting heeft een mooie lijst waardplanten voor de rupsen van vlinders.

Remi van Beekum on LinkedinRemi van Beekum on Twitter
Remi van Beekum
Permacultuur/voedselbos @ De Hommelgaard
In het dagelijks leven is Remi als Kiemfabriek vooral interim marketeer voor bedrijven en organisaties die de wereld wat mooier maken. Soms rond strategie of management en soms met de handen aan de knoppen in bijvoorbeeld campagnes. Thuis heeft Remi samen met Cecile en Emily een eigen voedselbos en permacultuurproject de Hommelgaard in een klein dorpje in Drenthe. Veel artikelen zijn vooral daarop geïnspireerd.