Huis & Tuin

Ontwerp mooie gemengde haag voor beschutting, biodiversiteit en insecten

Het was hoog tijd voor een mooie afscheiding tussen de buren en ons. De oude schutting was al deels ingestort en het overgebleven deel zou dat waarschijnlijk ook gaan doen. In overleg besloten we dat het een gemengde haag zou gaan worden die niet alleen een afscheiding tussen de tuinen gaat vormen, maar ook hommels en andere bijen, vlinders en de vogels gaat ondersteunen. En ik mocht deze gemengde haag voor biodiversiteit ontwerpen! In dit artikel lees je mijn belangrijkste overwegingen en het ontwerp inclusief plantenlijst.

Wensen

Elk tuinontwerp begint met helderheid over de wensen. Dat zijn de ‘functies’ die je planten gaan vervullen. De functies die onze haag moet vervullen:

  • Afscheiding tussen beide huizen en tuinen (bij het deel tussen de ramen zichtdicht, het deel dichter bij de weg wat losser)
  • Habitat voor hommels, solitaire bijen en vlinders
  • Mooie bloemen, mooie landschappelijke haag
  • Voeding voor het akkertje van de buren naast de haag

Elk element meerdere functies, elke functie meerdere elementen

Als permacultuur ontwerper hou ik er van om elke functie door meerdere elementen uit te voeren en elk element meerdere functies te laten vervullen. Zo maak je een robuust systeem dat niet meteen stuk gaat als een van de elementen uitvalt. Klinkt dat abstract? Stel: Je haag bestaat uitsluitend uit buxus en ineens krijg je last van buxusmot. Dan is je haag weg. Op de klei zijn hele wegen kaal waar ooit de Essen stonden (essentakziekte). En op de zandgronden kan de eikenprocessierups zich goed verspreiden langs al die lanen met uitsluitend eiken. Aangezien we nog niet weten wat de volgende plaag of ziekte is die we krijgen, plant ik altijd divers. Andersom werkt het ook. Ik probeer alleen planten te kiezen die naast ‘een haag vormen’ nog een paar functies hebben. Zoals ‘voeding voor hommels’, ‘late bloei’, ‘schuilplek voor vogels’ en ook ‘mooi’ of ‘eetbaar’.

Wat breder dan gebruikelijk

We wonen aan de rand van een Drents dorp en hebben ruime tuinen. De haag mag dus best wat breder worden dan op de meeste plekken. En dat is belangrijk, want veel planten bloeien op tweejarig hout. Mag je haag maar 50 centimeter breed worden, dan moet je waarschijnlijk meerdere keren per jaar snoeien. Dat is een hoop werk. Maar het zorgt er ook voor dat zo’n ‘geschoren haag’ nooit tot bloei komt. Wil je een haag gebruiken om insecten te lokken, dan heb je de ruimte nodig. In ons geval zal dat zo’n anderhalve meter zijn. Hierdoor krijgen de planten de ruimte om tot bloei te komen en hoeven wij niet meerdere keren per jaar te snoeien. Een deel van de haag zal wel af en toe gesnoeid moeten worden. Maar we kunnen bijvoorbeeld elk jaar een derde van de haag terugzetten, zodat de andere twee derde gewoon in bloei kan komen.

Update: Een smallere biodiverse haag als tuinafscheiding
Heb je wat minder ruimte dan wij? In dit tweeluik lees je tips voor het ontwerpen van een biodiverse haag op ongeveer een meter breed:
1. Hoe ontwerp je een mooie gemengde haag?
2. Plantenlijst voor een biodiverse gemengde haag

Bloeiboog voor insecten

Om insecten te helpen, ontwerp ik graag op basis van een ‘bloeiboog’. Een bloeiboog, ook wel bloesemboog, is een ontwerp voor insecten in de tijd. Niet alleen de hoeveelheid stuifmeel of nectar is belangrijk, maar ook de spreiding door het jaar heen. Bij een bloeiboog kies je de planten op bloeiperiode en zorg je zo dat er altijd voldoende dracht voor insecten is. In veel tuinen staat in april, mei en juni van alles in bloei. Maar insecten hebben in het vroege voorjaar en het late najaar ook voedsel nodig en dan is dat vaak schaars. Wil je hier meer over weten? Lees dan het artikel Een bloeiboog voor meer bijen in je tuin ontwerp en plantenlijst.

Onderhoud beperken

Veel mensen denken dat een tuin veel werk is. Dat klopt ook wel een beetje. Maar door slim te ontwerpen kun je ook een hoop werk voorkomen. Hierboven beschreef ik al dat je veel snoeiwerk kunt voorkomen als je een haag wat meer ruimte geeft bij het aanplanten. Ook de uiteindelijke hoogte van planten speelt daarin mee. Kies je planten die graag heel groot worden voor een haag die maar 2 meter hoeft te zijn, dan heb je daar meer werk van dan als je planten kiest die uit zichzelf ongeveer 2 meter worden. Al zul je dan wellicht langer moeten wachten tot ze die hoogte bereiken. In het deel waar we snel een dichte haag willen heb ik daarom vooral planten staan die wat sneller groeien maar daarna ook af en toe afgetopt moeten worden. In het deel waar het minder belangrijk is dat de haag snel dicht is, koos ik grotendeels soorten die langzamer groeien maar uiteindelijk ook nauwelijks hoger dan 2 meter worden.

Lengte haag en plantafstand

Onze haag sluit aan op een bestaande beukenhaag en komt uit bij twee schuren. We hebben zo’n 14 meter. Gebruik je onderstaand plantenlijstje als inspiratie, dan zou je de aantallen in verhouding kunnen vergroten om het ontwerp langer of korter te maken. We kozen een plantafstand van 25 centimeter (4 planten per meter). Veel mensen maken zich druk om de plantafstand, maar eigenlijk is het heel simpel: Je kunt voor een haag prima 3 planten per meter aanhouden. Maar dan duurt het wat langer voor die mooi dicht zit. Kies je 5 planten per meter, dan is je haag sneller mooi dicht. Maar dan heb je ook hogere kosten. Wij doen er 4 op een meter. Een mooi compromis. We komen zo op 54 planten.

Stikstofbinders

Planten hebben voeding nodig en ik heb geen zin om te bemesten. Gelukkig zijn er een paar groepen planten die dat voor me kunnen doen. De stikstofbinders. Dat zijn planten die een symbiose aangaan met schimmels of bacteriën. Die halen stikstof uit de lucht en vormen het om tot een vorm die planten kunnen opnemen. De planten geven in ruil suikers die zij hebben gemaakt aan de schimmel of bacteriën. Via het afvallende blad en wortels komt een deel van die voeding beschikbaar voor omliggende planten. Dat is dus ook de reden dat je nooit blaadjes moet wegharken onder je haag. Je kunt beter de blaadjes van je stoep of terras zo onder je haag schuiven. Ik plant 8 stikstofbinders verspreid door de haag. De buren hebben een klein akkertje achter de haag (aan de lijzijde) die als het goed is elk najaar een bergje blad krijgt dat als natuurlijke mulch de bodem voor het volgende jaar voedt.

Autochtoon, inheems, ingeburgerd, gecultiveerd en uitheems

Volgens de co-evolutie zou het beter zijn voor inheemse insecten om uitsluitend inheemse planten aan te planten. Maar er zijn een aantal ingeburgerde (Rosa multiflora) en uitheemse (Elaeagnus ebbingei) soorten die ik toch erg waardevol vind. Zoals gezegd wonen we in het dorp en niet naast een natuurgebied. Het staat hier vol van de uitheemse soorten. Voor deze haag heb ik wel een voorkeur voor inheemse of autochtone planten, maar gaf ik mezelf ook de vrijheid daar niet te strikt mee om te gaan. Daarmee heb ik meer mogelijkheden en dus een diverse haag. Uiteindelijk is zo’n 75% van onze haag inheems of ingeburgerd.

Dubbelgevulde bloemen helpen insecten niet

Bij gecultiveerde planten let ik wel op de bloei. Een dubbelgevulde roos kan bijvoorbeeld heel mooi zijn, maar de extra bloemblaadjes zijn eigenlijk gemuteerde meeldraden. Doordat de bloem zo gevuld is, kunnen de meeste insecten niet eens bij de nectar komen en stuifmeel is door de gemuteerde meeldraden niet aanwezig. Een dubbelgevulde bloem heeft daardoor voor de insecten geen meerwaarde.

Een haag hoeft niet alleen uit struiken te bestaan: een wilde haag in 4 lagen

Voor een afscheiding tussen twee tuinen heb je aan heesters (struiken) voldoende. Maar het is veel leuker om er nog wat lagen aan toe te voegen en zo de ruimte beter te benutten. Onze haag bestaat straks uit vier lagen:

  • Struiken: De struiken vormen de basis van de haag en vervullen de primaire functie, de afscheiding tussen twee tuinen.
  • Klimmers: Klimplanten als wilde kamperfoelie kunnen prima in een haag groeien. Ze klimmen in andere planten zonder dat die daar last van hebben. En ‘s zomers piepen ze met hun geurende bloemen boven of naast de haag uit.
  • Bolgewassen: Veel bolgewassen bloeien erg vroeg als veel struiken nog geen blad hebben. Daarom is het leuk om bloembollen (uiteraard gifvrij geteeld en geschikt voor verwildering) onder de struiken te planten. Zo is er in het vroege voorjaar ook wat te zien en je helpt er direct vroege bijen en hommels mee. Ik koos tulipa tarda (botanische tulpjes), muscari armeniacum (blauwe druifjes), allium sphaerocephalon (echte trommelstokken / sierui) en verschillende krokussen.
  • Kruidachtigen: De eerste jaren als een haag nog niet mooi dicht zit komt er nog veel zon op de grond. Daar kun je een bloemenmengsel inzaaien. Ik koos een inheems bloemenmengsel van Cruydt-Hoeck. Ik verwacht dat we de eerste vijf jaar aardig wat wilde eenjarige bloemen onder de haag zullen krijgen. Daarna zal de schaduw toenemen en zullen veel soorten langzaam verdwijnen.
Een schetsje van een gemengde haag in vier lagen.

De volgorde van aanplanten is wel belangrijk als je een haag met vier lagen aanlegt. Eerst de grond prepareren. In ons geval zo’n 1,5 meter brede strook. Dan de struiken planten. De bolgewassen komen daarna. Even harken en dan kan het bloemenmengsel gezaaid worden. Het liefst allemaal in november.

Plantenlijst gemengde haag voor biodiversiteit

Hieronder de lijst planten die ik koos voor onze gemengde haag. Per plant probeer ik kort aan te geven waarom ik die koos en welke functies die vervuld. Achter de naam zie je de aantallen die ik plantte.

Crataegus monogyna – Eenstijlige meidoorn (9)
Bloei in april en mei.
Basis van veel landschapshagen. En niet voor niks. Prachtige plant. Inheems. Zichtdicht vanaf zo’n 80 centimeter dikte. Eetbare bessen. Schuilplek voor vogels. In het deel van de haag tussen de ramen koos ik zo’n 30% meidoorn.

Acer campestre – Spaanse aak of Veldesdoorn (5)
Bloei in mei en juni
Vormt samen met meidoorn en sleedoorn de basis van de ‘Zeeuwse haag’. Inheems. Zichtdicht vanaf zo’n 80 centimeter dikte. Schuilplek voor vogels. In het deel van de haag tussen de ramen koos ik zo’n 15% Veldesdoorn.

Prunus spinosa – Sleedoorn (3)
Bloei in maart en april
Sleedoorn is van oudsher te vinden in veel landschapshagen. Ook omdat de flinke stekels het vee binnen kunnen houden. Vermoedelijk is sleedoorn een voorouder van veel pruimensoorten. De bessen zijn eetbaar, maar er moet wel eerst vorst overheen voor ze lekker zijn. Maar dan kun je er heerlijke gin of jam mee maken. Door de bloei net voor de meidoorn is het een interessante plant voor allerlei vlinders en bijen. En de takken vol doorns worden door zangvogels gebruikt om veilig te nestelen.

Cornus Mas – Gele kornoelje (3)
Bloei in februari en maart
Inheems (maar niet algemeen). Eetbaar (een cultivar heeft grotere bessen). En door de erg vroege bloei interessant voor ontwakende hommelkoninginnen. Zogenaamde naaktbloeier die na de winter eerst met prachtige gele bloemen bloeit en pas daarna blad krijgt.

Frangula alnus – Sporkehout of vuilboom (5)
Bloei in mei, juni, juli, augustus en september
Vuilboom is zo’n oneerbiedige naam voor zo’n fantastische plant. Sporkehout groeit wat langzaam, maar vormt uiteindelijk een prachtige haagplant die maar liefst vijf maanden met onopvallende bloemetjes bloeit. Met name in augustus en september is dat erg welkom bij veel insecten en spork wordt dan ook druk bezocht door allerlei gevlieg. Om die reden zou iedereen met een loos hoekje in de tuin eigenlijk een vuilboompje moeten planten.

Euonymus europaeus – Wilde Kardinaalsmuts (3)
Bloei in mei
Wilde kardinaalsmuts is inheems. Bloeit onopvallend in mei als er al veel bloeit. Maar heeft in september of oktober prachtige vruchten die eruitzien als kleine roze mutsjes. Daarmee fleuren ze een haag in het najaar erg op. Verder is kardinaalsmuts een waardplant voor veel vlindersoorten. Die leggen er hun eitjes op en de rupsjes eten het blad. En zonder rupsen geen vlinders. De rupsen trekken ook meteen mezen aan die een deel van de rupsen opeten. Zo hebben we meteen mezen in de buurt om de eikenprocessierups wat te onderdrukken.

Elaeagnus ebbingei – Olijfwilg of zilverbes (3)
Bloei in oktober
Zilverbes is uitheems. Maar verder een fantastische plant. Zilverbes bloeit in oktober als er weinig bloeit. De plant is wintergroen wat in een haag handig kan zijn en tegelijk voor vogels bescherming biedt. Verder is het een stikstofbinder die omliggende planten voedt en als klap op de vuurpijl zijn de bessen ook nog eetbaar.

Elaeagnus umbellata – Herfstolijf (1)
Bloei in mei en juni
Herfstolijf is familie van de olijfwilg hierboven. Hij is niet volledig wintergroen, maar wel erg kort zonder blad. Ook de herfstolijf maakt eetbare bessen en bindt stikstof waar omliggende planten van meeprofiteren.

Cýtisus scopárius – Brem (3)
Bloei in mei en juni
Brem is inheems en komt vooral op de hoger gelegen zandgronden voor. Als vlinderbloemige kan brem stikstof binden (met hulp van bacteriën). Hij kan zo’n 2 meter hoog worden, maar haalt dat niet altijd. Bij ons staat hij in een deel van de haag waar de hoogte niet zo precies uit maakt. Mooie plant. Nuttig voor veel bijen. Wel een uitdaging om inheemse brem te vinden. Veel kwekers verkopen allerlei gecultiveerde soorten brem in verschillende kleuren. Ik wilde een gewone simpele inheemse. Dat bleek lastiger, maar is gelukt.

Caragana arborescens – Erwtenstruik (1)
Bloei in april
Ook erwtenstruiken zijn vlinderbloemig en kunnen dus met hulp van bacteriën stikstof binden. Daarnaast is de struik populair bij bijen en de ‘erwten’ zijn nog eetbaar ook. De plant had beter linzenstruik kunnen heten, want de ‘erwten’ zijn vooral een goed alternatief voor linzen. Samen met de twee Elaeagnussen en de Brem zorgt deze struik ervoor dat verspreid door de haag 8 stikstofbinders staan die voor voeding zorgen.

Lonicera periclymenum – Wilde Kamperfoelie (3)
Bloei in juni en juli
Wilde Kamperfoelie bloeit prachtig en klimt vanzelf in andere planten in een haag. Kamperfoelie staat bekend om de heerlijke geur op zomeravonden. Die geur is er niet voor niks, maar helpt nachtvlinders de plant ‘s avonds en ‘s nachts te vinden. En nachtvlinders (motten) wil ik ook graag naar de tuin lokken om vleermuizen te voeden. En die kunnen dan meteen de eikenprocessierupsmotten opeten voor ze eitjes in de eiken leggen.

Sambucus nigra – Vlierbes (2)
Bloei in mei en juni
Vlier bloeit prachtig. Is inheems. Zowel de bloemen (vlierbloesemsiroop) als de bessen (jam) zijn eetbaar. Past mooi in een wilde haag.

Sambucus Canadensis – Amerikaanse vlier of Amerikaanse vlier (1)
Bloei in juli en augustus
Zoals de naam al doet vermoeden is Canadese vlier niet inheems. Maar als je van vlierbloesem of vlierbessen houdt wél erg interessant. Want zowel de bloei als de vruchten zijn twee maanden later dan de Europese vlier. Zo heb je twee keer per jaar bloesem en twee keer per jaar bessen. En insecten en vogels genieten twee keer mee.

Corylus – Hazelaar (1)
Bloei in februari (maar niet heel waardevol voor insecten)
Inheems, mooi en leuk. En wat veel mensen niet weten is dat ze indirect heel belangrijk kunnen zijn voor hommels. Want de afgevallen nootjes trekken muizen aan. Die maken gangen onder je haag. En dat soort beschutte holletjes zijn ideaal voor een hommelkoningin om in het voorjaar een nest te starten. Hommelnesten zijn veel kleiner dan wespennesten en veroorzaken geen overlast. En hommels zijn wel érg belangrijke bestuivers van fruitbomen, fruitstruiken en planten in de moestuin. Wil je habitat voor hommels creëren, dan kun je dus ook een paar notenbomen planten. Er staan hier al vrij veel wilde hazelaars in de buurt. Voor de haag koos ik een cultivar die grotere noten geeft: ‘Pearson’s Prolific’. Corylus maakt geen nectar, wel stuifmeel.

Viburnum opulus – Gelderse roos/Sneeuwbal (2)
Bloei in juni
Inheems. Wordt zo’n 2,5 meter hoog, dus nauwelijks snoei nodig. Bloeit als er ook veel andere planten bloeien. Trekt ook vogels zoals merels aan. Mooie bloemschermen.

Rosa canina – Hondsroos (2)
Bloei in juni en juli
Veel inheemse rozen blijven wat klein voor een haag. Vaak nog geen meter. Hondsroos kan zo’n anderhalf tot zelfs twee meter halen. Voor een zichtdichte afscheiding dus op het randje. Maar ik vind dat een inheemse roos in zo’n wilde haag thuishoort. Hij geeft mooie bloemen. Past in het landschap. Is inheems.

Rosa multiflora – Veelbloemige roos (2)
Bloei in juni en juli
Veelbloemige roos is ‘ingeburgerd’. Niet écht inheems dus, maar al lang aanwezig. Hij bloeit met veel bloemen en bloeit ook nog eens langer dan de meeste rozen.

Hedera helix ‘Arborescens’ – Struikklimop (2)
Bloei in oktober en november
Klimop is een fantastische bijenplant. Ga maar eens op een zonnige dag in oktober naast een bloeiende klimop staan. Meestal zoemt het dan van de bijen en ander gevlieg. Maar hedera kan ook woekeren en andere planten verdrukken. Gelukkig bestaat er ook struikklimop. Normale klimop groei omhoog tot het niet verder kan, verandert dan van blad (van handvormig naar ronder), gaat hangen en begint dan pas te bloeien. Struikklimop is gestekt van die bovenste delen van de plant. Deze hedera is vergeten hoe te klimmen en vormt een mooi bol wintergroen struikje dat meteen in het eerste jaar al bloeit.

Salix – wilg (2)
Bloei in februari, maart en april (afhankelijk van soort)
Ook veel wilgen zijn fantastische bijenplanten omdat ze in februari en maart al bloeien. Met name hommelkoninginnen kunnen dan op een warme dag uit hun winterslaap komen en zijn hongerig. Ze moeten snel nectar en stuifmeel vinden om zelf te eten én een voorraadje aan te leggen voor hun nest. Wilgen bieden dat. Vooral de mannetjes omdat die stuifmeel maken. Daarom wilde ik heel graag een paar wilgen in het ontwerp.

Maar wilgen zijn ook wat lastig. Ze groeien graag aan een slootkant (heb ik niet), groeien snel (kan andere planten in de haag verdrukken) en zijn tweehuizig (aan wortelgoed in november kun je niet zien of je een mannetje of een vrouwtje hebt). Na een hoop puzzelen ben ik op Salix caprea (boswilg) en Salix gracilistyla gekomen. Boswilg is inheems en groeit normaal gesproken in bossen. Dus die kan tegen drogere omstandigheden dan veel andere wilgen. Door de cultivar ‘Atlas’ te nemen weet ik dat het een mannetje is (stuifmeel). Een andere optie is is februari/maart in het bos een boswilg zoeken die bloeit, kijken of het een mannetje is en dan stekken. Ook Salix gracilistyla ‘Mount Aso’ is mannelijk en bloeit prachtig. En wordt niet al te groot. De tijd zal leren of ik de juiste keuzes heb gemaakt!

Buddleja davidii – Vlinderstruik (2)
Bloei in juli, augustus en september
Tja, de vlinderstruik. Uitheems natuurlijk. En in landen als België en Frankrijk wordt het afgeraden ze te planten als je in de buurt van een natuurgebied woont omdat ze nogal kunnen uitzaaien. Maar we wonen aan de rand van een dorp tussen woningen en weilanden. En vlinderstruiken staan wel erg leuk in een wilde haag.

Weigelia Rosea – Weigela (1)
Bloei in mei, juni, juli
In onze vorige tuin stond achterin langs de brandgang een prachtige struik die in de late lente en vroege zomer prachtig bloeide met een zee aan roze kelkbloemen. Ook bij hommels en bijen was de struik populair. Het bleek een Oost-Aziatische Weigela te zijn. Na onze verhuizing leek het me leuk om er ook hier een aan te planten. En volgens mij gaat hij prachtig staan in de gemengde haag.

Philadelphus – Boerenjasmijn (1)
Bloei in juni en juli
Boerenjasmijn vormt een prachtige struik die in juni en juli met talloze witte bloemen bloeit. De bloemen zijn vooral in trek bij hommels en minder bij honingbijen. Nou vind ik inheemse hommels sowieso leuker dan de doorgaans uitheemse honingbijen die met tienduizenden tegelijk door imkers worden losgelaten. Dus ook boerenjasmijn kreeg een plekje in onze haag.

Forsythia – Chinees klokje (1)
Bloei in maart
Forsythia heeft wel wat van brem die veel te vroeg bloeit. Het is een naaktbloeier die na de winter eerst in bloei komt en dan pas blad vormt. Daarmee geeft het al vroeg wat kleur aan de haag. In die periode zijn er nog niet veel hommels, (andere) bijen en vlinders, maar de vroege hommels die er al wel zijn zullen blij zijn met wat bloei zo vroeg.

De wilde gemengde haag staat

En nu is het afwachten. We hebben de wilde haag in november aangeplant, bloembollen gepoot en het bloemenmengsel ingezaaid. Nu is het afwachten of alles goed aanslaat en gaat groeien. Ik hoop over een jaar of drie al een mooie dichte haag te hebben. Waarschijnlijk zullen we over een jaar of vijf moeten beginnen met delen snoeien. Dat wil ik in delen gaan doen. Elk jaar een derde van de haag een stuk terugzetten. Zo kan altijd twee derde van de haag tot bloei komen. Wellicht plaats ik hier over een aantal jaren een aanvulling met de ervaringen.

Remi van Beekum on LinkedinRemi van Beekum on Twitter
Remi van Beekum
Permacultuur/voedselbos @ De Hommelgaard
In het dagelijks leven is Remi als Kiemfabriek vooral interim marketeer voor bedrijven en organisaties die de wereld wat mooier maken. Soms rond strategie of management en soms met de handen aan de knoppen in bijvoorbeeld campagnes. Thuis heeft Remi samen met Cecile en Emily een eigen voedselbos en permacultuurproject de Hommelgaard in een klein dorpje in Drenthe. Veel artikelen zijn vooral daarop geïnspireerd.